Het begint met een cylinder. Die al dan niet een lichte welving krijgt, of een prominente buik. Dan komt er iets boven wat je een hals zou kunnen noemen, met wellicht een scherpe of juist een vloeiende overgang tussen buik en hals. Daarboven een rand die het einde van de kan aangeeft. De symmetrie wordt verbroken door het aanbrengen van een schenktuit. Daarna behoeft de kan in wording een handvat of een oor. Zodat je ook daadwerkelijk kunt schenken.
Ziedaar: … een kan.
Vorm, spanning, kleur, glans en inhoud. Ik heb graag een kan op de eettafel. Gewoon met fris helder water of wellicht thee. Maar evengoed met witte of rode wijn. Ik kan ervan genieten om aan tafel een kan te zien rondgaan, te zien hoe mijn tafelgenoten voor elkaar inschenken. Hoe ze samen genieten van die ene kan, hoe ze hem bekijken, ervan genieten.
Hier zijn wat kannen die een sieraad op tafel kunnen zijn.